Correctie : Club heeft 7 keer gescoord en moest nog geen enkele bal uit de eigen netten halen.In vier Europese wedstrijden heeft Brugge creëerde 4,17 expected goals en 6,74 tegen. De club heeft echter zeven keer gescoord en moest nog maar één keer de bal uit de eigen netten halen. Dat is grotendeels te danken aan de 5,11 voorkomen doelpunten van de uitstekende Simon Mignolet. In dat opzicht is de Belg gewoon de beste doelman in de eerste vier speeldagen van de Champions League, met een aanzienlijke voorsprong op de concurrentie. Een zekere waarde die zijn kleuren van dimensie laat veranderen.
[88.] Simon Mignolet
Re: [88.] Simon Mignolet
Re: [88.] Simon Mignolet
Dikke proficiat voor onze mirakelman!!!
Zo hebben we dit jaar toch een prijs gewonnen
Zo hebben we dit jaar toch een prijs gewonnen

Re: [88.] Simon Mignolet
2 zelfs! Want ook doelman van het jaar, voor de vierde keer op rij maar liefst... Respect!
Collectief wonnen we al de supercup natuurlijk, maar goed, da's maar een troostprijsje op het einde van de rit.
Re: [88.] Simon Mignolet
Fantastisch welke verdienste hij heeft gehad bij Club sinds zijn aankomst.
Af en toe gaat hij toch in de fout...op Antwerp alweer, was die 2de goal echt onhoudbaar en die 3de goal de bal niet ver genoeg weg gebokst ?
De week ervoor dat afgeweken schot.
Af en toe gaat hij toch in de fout...op Antwerp alweer, was die 2de goal echt onhoudbaar en die 3de goal de bal niet ver genoeg weg gebokst ?
De week ervoor dat afgeweken schot.
Re: [88.] Simon Mignolet
Heeft in 2023 nog geen punten gepakt, zo simpel is het. Maar goed, staat voor mij niet ter discussie.
Re: [88.] Simon Mignolet
Hallokes. Beste keeper die we ooit hadden.
Re: [88.] Simon Mignolet
Interview in HNB:
Re: [88.] Simon Mignolet
Mignolet en Vanaken zouden wat (zelf) kritischer mogen worden in hun match analyses.
Vorig seizoen zagen ze dikwijls door een veel te roze bril en dit lijkt alweer het geval zijn dit seizoen.
Vorig seizoen zagen ze dikwijls door een veel te roze bril en dit lijkt alweer het geval zijn dit seizoen.
Re: [88.] Simon Mignolet
(Flash)interviews over matchen hecht ik niet teveel waarde aan. 95% van de voetballers/trainers zijn zo gedrild in mediatraining dat ze alleen maar voorgekauwde zinnen gebruiken en zeker niets slechts vertellen. In zeer uitzonderlijke gevallen (enorm rotslechte match, of spelers met uitgesproken mening) zal je eens iets horen dat uit de toon valt.
Re: [88.] Simon Mignolet
Interview in Het Nieuwsblad, vandaag 23/11:
Simon Mignolet kijkt naar de toekomst van Club Brugge: “Profielen als Alderweireld of Vertonghen, die kunnen we wel gebruiken”
Het seizoen van Club Brugge is er een met twee gezichten. En vraagtekens. Wie beter dan Simon Mignolet (35) om antwoorden te leveren? Na 216 matchen onder de lat bij blauw-zwart kan de ex-Rode Duivel als geen ander de pijnpunten benoemen. “Of anderlecht verrast? Realisme en maturiteit kunnen succes opleveren in België.”
De Rode Duivels: volg je het nog? Je hebt net enkele vrije dagen achter de rug.
“Vanop een afstandje. De resultaten wel, maar ik ga niet voor de buis zitten om te supporteren. Anders zou het voor mijn gezin geen steek houden dat ik gestopt ben. Ik gebruik die vrije dagen optimaal om fysiek en mentaal tot rust te komen. Dit seizoen zit ik alweer aan 25 wedstrijden: ik heb álles gespeeld.”
Door de situatie rond Courtois verdedigt Casteels momenteel het doel. Voor hetzelfde geld was het nu, of in Duitsland, aan jou. Spookt dat door je hoofd?
“Neen, want de beslissing om te stoppen is genomen in functie van mijn carrièreplanning op korte én lange termijn. Om mijn loopbaan bij Club Brugge nog zo lang mogelijk te kunnen rekken. Het was de juiste keuze. De Rode Duivels hebben het uitstekend gedaan: ze hebben voldoende kwaliteit om ver te geraken op het EK. En niet alleen als outsider. Als België compleet is, mag het zich meten met de toplanden. De Bruyne en Courtois moeten nog terugkomen, Doku ontbolstert volledig, Trossard speelt bij Arsenal. Veel kwaliteitsverschil met de vorige grote toernooien is er niet. We hoeven niet zo — typisch Belgisch — bescheiden te zijn, maar moeten vooral kijken naar wat er mogelijk is.”
Bij Club Brugge is er momenteel geen ruimte voor grootspraak: het is opnieuw een seizoen met twee gezichten.
“En twee delen. Enerzijds schreven we in Europa een mooi verhaal. Dat wordt nu een beetje onderschat en aan de kant geduwd. Dat is jammer, maar het is anderzijds onze eigen schuld. We presteren niet constant genoeg in de eigen competitie. En dat was in de Conference League — op Aarhus na — wel het geval. Al vind ik dat we tijdens de laatste wedstrijden opnieuw wat stabieler waren. De enige wedstrijd die we nog verloren, was tegen Union. Een reeks neerzetten is volgens mij de enige manier om de boel te keren.”
De laatste drie seizoenen zie ik één constante: Europese euforie, maar voor de winterstop lopen jullie telkens heel wat averij op. Nu opnieuw.
“Twee jaar geleden telden we ook twaalf punten achterstand op Union rond de winterstop. Het is geen toeval dat we Europese uitschieters hebben en dat het in België stroever loopt.”
In die zin was jullie laatste titel én inhaalrace in 2022 al een serieuze waarschuwing.
“Kijk: in onze kleedkamer zitten vooral steengoede voetballers. Jongens die bepaalde intrinsieke kwaliteiten hebben die in Europa meer tot uiting komen. Neem nu de goal van Skov Olsen op Lugano: hij komt naar binnen, schiet en scoort. In België gebeurt dat amper nog, want hier weten ze dat. In Europa gaan ploegen meer uit van eigen kwaliteit, terwijl teams in de Jupiler Pro League vooral de kwaliteiten van tegenstanders afbreken.”
Wanneer het voetballend niet lukt, wordt dat vaak onvoldoende gecompenseerd met strijd en vechtlust.
“Onze kleedkamer puilt inderdaad niet uit met zulke profielen. Union heeft dat meer, die vechtlust en die omschakeling vanuit een stugge verdediging. Onze jongens willen aanvallen, mooi voetbal brengen en winnen. Want we zijn Club Brugge. Maar dat lukt niet altijd. Anderzijds brengen onze tegenstanders altijd dat tikkeltje meer tegen Club: voor hen is dat de wedstrijd van het jaar. We zijn de grote vijand. Op zulke momenten moeten we vooral stabiel blijven. En in eerste instantie niet verliezen. Ik vind nog steeds dat we een van de beste kernen in België hebben. Maar we moeten elke wedstrijd ook met de nodige strijd aanvatten. Tegen Cercle hebben we dat bijvoorbeeld heel goed gedaan.”
Moet je dan meer ‘strijders’ aantrekken of je kern meer specifiek samenstellen in functie van onze moeilijke competitie?
“Dat is niet eenvoudig. Nogmaals: we zijn Club Brugge. Wij willen ons tonen in Europa én kampioen spelen, het liefst met mooi voetbal. Verdedigen en dan omschakelen: dat is Club niet, want wij maken het spel. Onder Schreuder hebben we zo de titel behaald. Sprankelend was het toen niet, maar wel effectief. Daarom is het zo belangrijk dat we een evenwicht vinden en geen omschakelingen of stilstaande fases weggeven waaruit de tegenstander kan scoren. Kijk naar Antwerp: daar willen ze dit seizoen ook de volgende stap zetten. En afstappen van het voetbal van vorig seizoen. Maar dat blijkt allemaal niet zo eenvoudig.”
Eerlijk: nieuwkomers als Thiago, Skoras en Vetlesen rechtvaardigen hun zware transferprijs momenteel nog niet.
“Hetzelfde verhaal: in Europa lukt dat wel, maar in België worden ze vooral afgestopt omdat ze spelers van Club Brugge zijn. Voor hen is dat een nieuwe situatie. Ik ben er nog steeds van overtuigd dat ze allemaal hun specifieke kwaliteiten hebben. En ze willen die graag tonen, maar ze moeten zich aanpassen aan de manier waarop ze hier benaderd worden. Vaak zal dat niet gepaard gaan met mooi, frivool voetbal.”
Club betaalt stevig door voor jonge, onbekende spelers, terwijl anderlecht ‘amper’ vier miljoen neertelt voor Thorgan Hazard. Dat stuit op onbegrip.
“Dat zijn de omstandigheden en de specifieke situatie van een club. De vraag is: kan Club Brugge Hazard ook halen voor vier miljoen? Wanneer Club komt aankloppen, gaat de prijs vaak omhoog. Vergelijk het met een rijke zakenman die een huis wil kopen: dat zal ook een prijs à la tête du client zijn. En dan is er ook nog het feit dat het businessmodel hier gebaseerd is op doorverkoop van jonge spelers met meerwaarde én dat Club financieel erg gezond is. Dat speelt allemaal mee. Op de positie van Thorgan zochten we ook niet direct iemand.”
Zo’n ervaren profiel zorgt wel voor een enorme meerwaarde. Net zoals jij vier jaar geleden overkwam van Liverpool.
“Dat heeft inderdaad iets teweeggebracht. Je kan discussiëren of we zo iemand nodig hebben, maar die speler moet ook beschikbaar zijn. Profielen als Alderweireld of Vertonghen, die zouden we op korte termijn, of de komende jaren, wel kunnen gebruiken. Maar die zijn niet dik gezaaid.”
Je noemt ze zelf bij naam. Beiden waren in de zomer van 2022 nochtans op de markt.
“Het zou een goede toevoeging zijn geweest voor onze kleedkamer. En dan vooral om anderen beter te laten voetballen. Maar de vraag is opnieuw: waren zij ook haalbaar voor Club Brugge?”
Alderweireld wou bijvoorbeeld écht terug naar Antwerpen.
“Ik ga niet in op de specifieke omstandigheden van Jan en Toby, maar ik weet wel wat er achter zit.”
Is de plotse heropstanding van anderlecht onverwacht voor jullie?
“In juni misschien wel, maar op het einde van de transferperiode niet meer, hè. Als je ziet wat ze gehaald hebben. Zoals je zelf aanhaalt: ze doen het met realisme en maturiteit. In de Jupiler Pro League kan dat succes opleveren, zeker als je geen Europees speelt.”
Er werd al heel wat gezegd en geschreven over je verdediging. Jullie slikken te veel goals. Is er versterking nodig in de winterstop?
“Dat hangt af van de ontwikkeling van Spileers en Ordonez. Kijk: we zitten met een aantal jonge verdedigers met veel voetballende kwaliteiten. Ze trekken graag naar voren, willen aanvallen en gevaarlijk zijn. Meijer, De Cuyper, Buchanan, Sabbe, zelfs Spileers. Zij zijn de toekomst van Club — naast de ervaren Mechele, die àltijd zijn match speelt. Maar als we constant aanvallen, worden we kwetsbaar achterin. Dus daar moeten we nog een beter evenwicht zoeken, ook al moeten zij dan inbinden op hun geliefde spel. Ik zoek de oplossing liever intern, journalisten, analisten en fans doen dat meestal extern. (grijnst) Een transfer biedt nooit garantie op beter, want ook nieuwelingen moeten mee in hetzelfde verhaal.”
Geeft Club daarom beter Deila voldoende tijd om de stabiliteit te garanderen?
“Dat vind ik wel. Drie trainers in één seizoen, zoals vorig jaar: dat heeft ons niet geholpen. Ook dat proces heeft tijd nodig. In Europa kwamen zijn accenten ook al beter tot uiting, terwijl dat in België nog moeilijker loopt. We spreken veel met elkaar. Ik vind dat we de laatste wedstrijden al stappen hebben gezet.”
Weegt het op de kleedkamer dat Club Brugge te koop staat?
“Helemaal niet: voetbal wordt vandaag gespeeld, en elke dag kan er iets veranderen. Dat leeft totaal niet bij de spelers. Ik zal daar misschien eens over nadenken, maar onze jonge gasten zijn bezig met het uitbouwen van hun carrière.”
Het valt op dat Vincent Mannaert minder nadrukkelijk op de voorgrond treedt. Hij kwam de spelers vroeger wel eens op hun plichten wijzen in de kleedkamer.
“Dat is nu niet anders. Voor de wedstrijd tegen Lugano heeft Vincent ook nog een speech gegeven in de kleedkamer. Ik heb niet het gevoel dat er iets anders bezig is. Zowel Vincent als Bart (Verhaeghe, red.) staan er wanneer het moet.”
Klopte Simon Mignolet, als bepalende figuur in de kleedkamer, vaker op tafel dit seizoen?
“Ik heb het laatst nog gezegd: voor de camera’s ga ik nooit grote woorden gebruiken. Hans (Vanaken, red.) trouwens ook niet. We zijn minzame Limburgers, hè. (lacht) Maar binnenskamers proberen we wel ons ding te doen. Na Kortrijk en Union heb ik mijn zegje gedaan. Om de jongens wakker te schudden. Soms doe ik dat met iets meer intensiteit, andere keren gaat dat op een meer pedagogische manier.”
Club Brugge doet dit seizoen (niet meer) mee voor de titel: met welke stelling ga je akkoord?
(denkt na) “Dat zal moeten blijken. Ik ben niet de man die nu naar tabellen kijkt. Tegelijk blijf ik realistisch. We moeten de situatie dringend omkeren. En dat kan alleen door een reeks neer te zetten.”
Anderzijds zijn jullie nog steeds op drie fronten actief. Zoals eerder aangehaald: Club Brugge is meer dan ooit een ploeg met twee gezichten. Ver geraken in de Conference League kan veel goedmaken.
“En eigenlijk hadden we met Osasuna deze zomer de moeilijkste laatste voorronde van alle Belgische ploegen, en dat voor een ticket in de Conference League. Ook onze groep was allesbehalve een sinecure. We moeten eerlijk zijn: we hebben dat goed gedaan. Maar of we écht ver kunnen raken, zal afhangen van de loting. Na de winterstop kan het in twee wedstrijden snel over en uit zijn.”
Simon Mignolet kijkt naar de toekomst van Club Brugge: “Profielen als Alderweireld of Vertonghen, die kunnen we wel gebruiken”
Het seizoen van Club Brugge is er een met twee gezichten. En vraagtekens. Wie beter dan Simon Mignolet (35) om antwoorden te leveren? Na 216 matchen onder de lat bij blauw-zwart kan de ex-Rode Duivel als geen ander de pijnpunten benoemen. “Of anderlecht verrast? Realisme en maturiteit kunnen succes opleveren in België.”
De Rode Duivels: volg je het nog? Je hebt net enkele vrije dagen achter de rug.
“Vanop een afstandje. De resultaten wel, maar ik ga niet voor de buis zitten om te supporteren. Anders zou het voor mijn gezin geen steek houden dat ik gestopt ben. Ik gebruik die vrije dagen optimaal om fysiek en mentaal tot rust te komen. Dit seizoen zit ik alweer aan 25 wedstrijden: ik heb álles gespeeld.”
Door de situatie rond Courtois verdedigt Casteels momenteel het doel. Voor hetzelfde geld was het nu, of in Duitsland, aan jou. Spookt dat door je hoofd?
“Neen, want de beslissing om te stoppen is genomen in functie van mijn carrièreplanning op korte én lange termijn. Om mijn loopbaan bij Club Brugge nog zo lang mogelijk te kunnen rekken. Het was de juiste keuze. De Rode Duivels hebben het uitstekend gedaan: ze hebben voldoende kwaliteit om ver te geraken op het EK. En niet alleen als outsider. Als België compleet is, mag het zich meten met de toplanden. De Bruyne en Courtois moeten nog terugkomen, Doku ontbolstert volledig, Trossard speelt bij Arsenal. Veel kwaliteitsverschil met de vorige grote toernooien is er niet. We hoeven niet zo — typisch Belgisch — bescheiden te zijn, maar moeten vooral kijken naar wat er mogelijk is.”
Bij Club Brugge is er momenteel geen ruimte voor grootspraak: het is opnieuw een seizoen met twee gezichten.
“En twee delen. Enerzijds schreven we in Europa een mooi verhaal. Dat wordt nu een beetje onderschat en aan de kant geduwd. Dat is jammer, maar het is anderzijds onze eigen schuld. We presteren niet constant genoeg in de eigen competitie. En dat was in de Conference League — op Aarhus na — wel het geval. Al vind ik dat we tijdens de laatste wedstrijden opnieuw wat stabieler waren. De enige wedstrijd die we nog verloren, was tegen Union. Een reeks neerzetten is volgens mij de enige manier om de boel te keren.”
De laatste drie seizoenen zie ik één constante: Europese euforie, maar voor de winterstop lopen jullie telkens heel wat averij op. Nu opnieuw.
“Twee jaar geleden telden we ook twaalf punten achterstand op Union rond de winterstop. Het is geen toeval dat we Europese uitschieters hebben en dat het in België stroever loopt.”
In die zin was jullie laatste titel én inhaalrace in 2022 al een serieuze waarschuwing.
“Kijk: in onze kleedkamer zitten vooral steengoede voetballers. Jongens die bepaalde intrinsieke kwaliteiten hebben die in Europa meer tot uiting komen. Neem nu de goal van Skov Olsen op Lugano: hij komt naar binnen, schiet en scoort. In België gebeurt dat amper nog, want hier weten ze dat. In Europa gaan ploegen meer uit van eigen kwaliteit, terwijl teams in de Jupiler Pro League vooral de kwaliteiten van tegenstanders afbreken.”
Wanneer het voetballend niet lukt, wordt dat vaak onvoldoende gecompenseerd met strijd en vechtlust.
“Onze kleedkamer puilt inderdaad niet uit met zulke profielen. Union heeft dat meer, die vechtlust en die omschakeling vanuit een stugge verdediging. Onze jongens willen aanvallen, mooi voetbal brengen en winnen. Want we zijn Club Brugge. Maar dat lukt niet altijd. Anderzijds brengen onze tegenstanders altijd dat tikkeltje meer tegen Club: voor hen is dat de wedstrijd van het jaar. We zijn de grote vijand. Op zulke momenten moeten we vooral stabiel blijven. En in eerste instantie niet verliezen. Ik vind nog steeds dat we een van de beste kernen in België hebben. Maar we moeten elke wedstrijd ook met de nodige strijd aanvatten. Tegen Cercle hebben we dat bijvoorbeeld heel goed gedaan.”
Moet je dan meer ‘strijders’ aantrekken of je kern meer specifiek samenstellen in functie van onze moeilijke competitie?
“Dat is niet eenvoudig. Nogmaals: we zijn Club Brugge. Wij willen ons tonen in Europa én kampioen spelen, het liefst met mooi voetbal. Verdedigen en dan omschakelen: dat is Club niet, want wij maken het spel. Onder Schreuder hebben we zo de titel behaald. Sprankelend was het toen niet, maar wel effectief. Daarom is het zo belangrijk dat we een evenwicht vinden en geen omschakelingen of stilstaande fases weggeven waaruit de tegenstander kan scoren. Kijk naar Antwerp: daar willen ze dit seizoen ook de volgende stap zetten. En afstappen van het voetbal van vorig seizoen. Maar dat blijkt allemaal niet zo eenvoudig.”
Eerlijk: nieuwkomers als Thiago, Skoras en Vetlesen rechtvaardigen hun zware transferprijs momenteel nog niet.
“Hetzelfde verhaal: in Europa lukt dat wel, maar in België worden ze vooral afgestopt omdat ze spelers van Club Brugge zijn. Voor hen is dat een nieuwe situatie. Ik ben er nog steeds van overtuigd dat ze allemaal hun specifieke kwaliteiten hebben. En ze willen die graag tonen, maar ze moeten zich aanpassen aan de manier waarop ze hier benaderd worden. Vaak zal dat niet gepaard gaan met mooi, frivool voetbal.”
Club betaalt stevig door voor jonge, onbekende spelers, terwijl anderlecht ‘amper’ vier miljoen neertelt voor Thorgan Hazard. Dat stuit op onbegrip.
“Dat zijn de omstandigheden en de specifieke situatie van een club. De vraag is: kan Club Brugge Hazard ook halen voor vier miljoen? Wanneer Club komt aankloppen, gaat de prijs vaak omhoog. Vergelijk het met een rijke zakenman die een huis wil kopen: dat zal ook een prijs à la tête du client zijn. En dan is er ook nog het feit dat het businessmodel hier gebaseerd is op doorverkoop van jonge spelers met meerwaarde én dat Club financieel erg gezond is. Dat speelt allemaal mee. Op de positie van Thorgan zochten we ook niet direct iemand.”
Zo’n ervaren profiel zorgt wel voor een enorme meerwaarde. Net zoals jij vier jaar geleden overkwam van Liverpool.
“Dat heeft inderdaad iets teweeggebracht. Je kan discussiëren of we zo iemand nodig hebben, maar die speler moet ook beschikbaar zijn. Profielen als Alderweireld of Vertonghen, die zouden we op korte termijn, of de komende jaren, wel kunnen gebruiken. Maar die zijn niet dik gezaaid.”
Je noemt ze zelf bij naam. Beiden waren in de zomer van 2022 nochtans op de markt.
“Het zou een goede toevoeging zijn geweest voor onze kleedkamer. En dan vooral om anderen beter te laten voetballen. Maar de vraag is opnieuw: waren zij ook haalbaar voor Club Brugge?”
Alderweireld wou bijvoorbeeld écht terug naar Antwerpen.
“Ik ga niet in op de specifieke omstandigheden van Jan en Toby, maar ik weet wel wat er achter zit.”
Is de plotse heropstanding van anderlecht onverwacht voor jullie?
“In juni misschien wel, maar op het einde van de transferperiode niet meer, hè. Als je ziet wat ze gehaald hebben. Zoals je zelf aanhaalt: ze doen het met realisme en maturiteit. In de Jupiler Pro League kan dat succes opleveren, zeker als je geen Europees speelt.”
Er werd al heel wat gezegd en geschreven over je verdediging. Jullie slikken te veel goals. Is er versterking nodig in de winterstop?
“Dat hangt af van de ontwikkeling van Spileers en Ordonez. Kijk: we zitten met een aantal jonge verdedigers met veel voetballende kwaliteiten. Ze trekken graag naar voren, willen aanvallen en gevaarlijk zijn. Meijer, De Cuyper, Buchanan, Sabbe, zelfs Spileers. Zij zijn de toekomst van Club — naast de ervaren Mechele, die àltijd zijn match speelt. Maar als we constant aanvallen, worden we kwetsbaar achterin. Dus daar moeten we nog een beter evenwicht zoeken, ook al moeten zij dan inbinden op hun geliefde spel. Ik zoek de oplossing liever intern, journalisten, analisten en fans doen dat meestal extern. (grijnst) Een transfer biedt nooit garantie op beter, want ook nieuwelingen moeten mee in hetzelfde verhaal.”
Geeft Club daarom beter Deila voldoende tijd om de stabiliteit te garanderen?
“Dat vind ik wel. Drie trainers in één seizoen, zoals vorig jaar: dat heeft ons niet geholpen. Ook dat proces heeft tijd nodig. In Europa kwamen zijn accenten ook al beter tot uiting, terwijl dat in België nog moeilijker loopt. We spreken veel met elkaar. Ik vind dat we de laatste wedstrijden al stappen hebben gezet.”
Weegt het op de kleedkamer dat Club Brugge te koop staat?
“Helemaal niet: voetbal wordt vandaag gespeeld, en elke dag kan er iets veranderen. Dat leeft totaal niet bij de spelers. Ik zal daar misschien eens over nadenken, maar onze jonge gasten zijn bezig met het uitbouwen van hun carrière.”
Het valt op dat Vincent Mannaert minder nadrukkelijk op de voorgrond treedt. Hij kwam de spelers vroeger wel eens op hun plichten wijzen in de kleedkamer.
“Dat is nu niet anders. Voor de wedstrijd tegen Lugano heeft Vincent ook nog een speech gegeven in de kleedkamer. Ik heb niet het gevoel dat er iets anders bezig is. Zowel Vincent als Bart (Verhaeghe, red.) staan er wanneer het moet.”
Klopte Simon Mignolet, als bepalende figuur in de kleedkamer, vaker op tafel dit seizoen?
“Ik heb het laatst nog gezegd: voor de camera’s ga ik nooit grote woorden gebruiken. Hans (Vanaken, red.) trouwens ook niet. We zijn minzame Limburgers, hè. (lacht) Maar binnenskamers proberen we wel ons ding te doen. Na Kortrijk en Union heb ik mijn zegje gedaan. Om de jongens wakker te schudden. Soms doe ik dat met iets meer intensiteit, andere keren gaat dat op een meer pedagogische manier.”
Club Brugge doet dit seizoen (niet meer) mee voor de titel: met welke stelling ga je akkoord?
(denkt na) “Dat zal moeten blijken. Ik ben niet de man die nu naar tabellen kijkt. Tegelijk blijf ik realistisch. We moeten de situatie dringend omkeren. En dat kan alleen door een reeks neer te zetten.”
Anderzijds zijn jullie nog steeds op drie fronten actief. Zoals eerder aangehaald: Club Brugge is meer dan ooit een ploeg met twee gezichten. Ver geraken in de Conference League kan veel goedmaken.
“En eigenlijk hadden we met Osasuna deze zomer de moeilijkste laatste voorronde van alle Belgische ploegen, en dat voor een ticket in de Conference League. Ook onze groep was allesbehalve een sinecure. We moeten eerlijk zijn: we hebben dat goed gedaan. Maar of we écht ver kunnen raken, zal afhangen van de loting. Na de winterstop kan het in twee wedstrijden snel over en uit zijn.”
Re: [88.] Simon Mignolet
Een interessant interview, waarin Mignolet de zaken aanhaalt die wij ook wel zien.
Maar dan op zijn typisch nuchtere manier. Zonder zich op te winden, kan je tussen de lijnen wel begrijpen dat hij ook niet tevreden is met het niveau dat we momenteel halen.
Maar dan op zijn typisch nuchtere manier. Zonder zich op te winden, kan je tussen de lijnen wel begrijpen dat hij ook niet tevreden is met het niveau dat we momenteel halen.
Re: [88.] Simon Mignolet
Een zeer uitgebreid en uiterst interessant interview met onze keeper Simon Mignolet.
Op zijn typsiche nuchtere, maar toch verstandige, manier geeft hij een interview waar we toch wel wat uit kunnen leren.
Er zijn enkele zeer interessante passages.
Artikel vandaag op website HLN.
Op zijn typsiche nuchtere, maar toch verstandige, manier geeft hij een interview waar we toch wel wat uit kunnen leren.
Er zijn enkele zeer interessante passages.
Artikel vandaag op website HLN.
INTERVIEW. Simon Mignolet overschouwt de staat van Club Brugge: “Deila heeft de druk hier misschien onderschat”
Zijn Club Brugge verkeert in crisis. Zijn lichaam in herstelmodus. Simon Mignolet (36) blijft niettemin relevant - álles gezien, álles meegemaakt sinds zijn terugkeer naar België, in 2018. “Onder Deila waren we net iets te romantisch.”
First things first, Simon. Hoe is het met de hamstring?
“Goed, maar het is niet eenvoudig. Iedereen weet dat ik redelijk goed door blessures heen kan spelen, maar ik moet me erbij neerleggen dat een spierblessure en zeker een scheur toch iets anders is. Dus ja, ik moet mezelf een beetje beschermen. Ook al voel ik me goed.”
Een spierblessure op je 36ste, doet je dat nadenken?
“Dit heeft niets te maken met de leeftijd. Wel met het feit dat die match op Union al mijn 44ste wedstrijd van het seizoen was. De load was heel zwaar - ik denk niet dat ik in mijn carrière al zo’n zwaar programma heb gekend. Vóór Union had ik al wat last aan mijn hamstrings. En nadien ben ik te snel willen herbeginnen. Wellicht omdat ik nog nooit een spierblessure had gekend - ik kon niet inschatten wat dat precies is.”
Hoe frustrerend is het om geblesseerd te zijn als het slecht gaat?
“Frustrerend is het verkeerde woord. Je voelt vooral onmacht, omdat je de groep niet kan helpen. Nu, los van het feit dat ik momenteel niet op het veld sta, probeer ik wel mijn steentje bij te dragen.”
Romelu Lukaku geeft bij de Rode Duivels blijkbaar vier speeches per interland. Hoeveel geeft Simon Mignolet er bij Club?
“Als ik speel: één. Dat hoort erbij. Maar speeches zijn meestal ‘motivational’. Oké, je kan wel een aantal tactische dingen zeggen, maar het is beter om individueel te zeggen wat beter kan in een bepaalde situatie. Op díe manier probeer ik te helpen, in plaats van telkens voor de groep te speechen, want dat is te ostentatief. Eén op één heb je meer impact.”
Dus concreet: de Champions’ Play-offs beginnen, jij komt geblesseerd naar het stadion. Ga je dan voor de match de kleedkamer binnen?
“Absoluut. Alleen ga ik geen ‘motivational speech’ geven, want dat komt niet over als je zelf níet op het veld staat. Hans (Vanaken, red.) of Denis (Odoi, red.) zullen de groep wel toespreken. Maar als ik tíjdens de match iets zie, zal ik het wel doorgeven.”
Doorgeven? Als in een berichtje sturen naar iemand op de bank?
“Toen ik in mijn zetel naar de match tegen Molde zat te kijken, heb ik dat gedaan, ja. Het was iets tactisch. Maar het heeft toen spijtig genoeg niet geholpen.”
Geef Club eens een cijfer op tien, voor het seizoen tot dusver.
“Voor de beker geef ik ons 6,5 op 10, omdat we toch AA Gent wisten uit te schakelen en we thuis tegen Union altijd met 3-0 hadden moeten winnen. Bij een finale had ik ons een 7 op 10 gegeven. Bij bekerwinst een 8,5 of 9. Maar nu dus een 6,5.”
“Daarnaast hebben we in de Conference League Osasuna uitgeschakeld, van Besiktas gewonnen en had Molde - onze laatste tegenstander - toch Legia Warschau uitgeschakeld. De Conference League is natuurlijk de Europa League of de Champions League niet, maar ik vind dat we tot dusver wel een 6,5 à 7 op 10 verdienen.”
“Tot slot kenden we in de competitie te veel ups and downs. Dus ja, daarvoor geef ik ons een 5,5 op 10. Wat in totaal een 6 maakt.”
Je bent nog mild, gezien die negentien punten achterstand op Union na de reguliere fase.
“Omdat we vaak vergeten zijn om onszelf te belonen. Zoals tegen KV Kortrijk en Cercle Brugge. We hebben te veel punten verloren omdat we in de twee strafschopgebieden te inefficiënt waren. Dáár is het in de competitie volledig fout gelopen.”
Een doelman ziet alles vóór zich gebeuren. Kan jij de vinger leggen op dat efficiëntieprobleem, want dit is toch een ervaren groep?
“Hmmmm... Dat durf ik niet zeggen. Zeker niet als het gaat om spelen voor de prijzen en de knikkers. Wie is er ervaren? Buiten Brandon (Mechele, red.), Hans en ik? Ik wil er nog Denis en Éder (Balanta, red.) bijrekenen, maar die staan niet altijd in de basiself.”
“Ik heb vroeg op het seizoen aan de alarmbel getrokken, dat we met dat efficiëntieprobleem aan de slag moesten. Op stage in Marbella heb ik het nog eens gedaan, maar we wisten het niet om te draaien. Kijk, het voetbal tussen de twee zestiens was vaak oké. Niet top, maar oké. Alleen maakten we het niet af of konden we niet voorkomen dat de tegenstander scoorde. In Europa wél, maar niet in de competitie.”
Het is toch geen kwestie van een gebrek aan kwaliteit?
“Nee, nee, nee. Helemaal niet. Wel van ingesteldheid en de focus leggen op de dingen die belangrijk zijn. We zijn op die manier kampioen geworden met Alfred Schreuder. Het voetbal was misschien minder goed dan nu, maar we waren toen wel héél efficiënt. Omdat Schreuder snel doorhad hoe je op resultaat moest spelen én welke kwaliteiten er in de groep aanwezig waren. Hij heeft dat destijds heel rationeel en objectief aangepakt.”
“Het probleem nu was dat het net iets te romantisch was en dat we niet zozeer bezig waren met de essentie: een wedstrijd doodmaken.”
Te romantisch? Bij een achterstand kropen jullie quasi altijd terug en gooide Deila er een extra centrale verdediger in, of een breker op het middenveld.
“Als je drie keer scoort tegen Kortrijk, hoe komt het dan dat je niet wint? Omdat je geen manier hebt om de wedstrijd dood te maken, en om het vertrouwen bij de tegenstander weg te nemen. Ik kan zo nog wel een aantal wedstrijden voor de geest halen. Het systeem waar jij naar verwijst - een 4-3-3, 3-5-2 of een 3-4-3 -, is voor mij niet zo belangrijk. Wel wát je op zo’n moment doet als je de bal hebt en als je hem niet hebt. Hoe zorg je ervoor dat je geen doelpunt binnen krijgt? En hoe hou je de bal in de ploeg als de tegenstander in het slot begint te pushen? Maar daar ging het niet over. Wij waren bezig met hoe we moesten voetballen. Opbouwen. Scoren. Dáárom kregen we bepaalde doelpunten herhaaldelijk tegen.”
En omdat jullie te diep inzakten.
(knikt) “Op den duur zaten we in een paniekzone, omdat we al drie keer het deksel op de neus hadden gekregen. Er was geen houvast meer. Geen controle. Geen scenario wat er exact moest gebeuren. We waren onwetend. Té veel vraagtekens. En we kregen dat niet omgedraaid.”
Is dat alleen de verantwoordelijkheid van de trainer?
“Als de resultaten slecht zijn, dan wordt dat meer en meer de verantwoordelijkheid van de coach. Spijtig genoeg. Ik denk dat Ronny (Deila, red.) dat zelf ook wel besefte. Zeker na die wedstrijd op STVV, waar we alles onder controle hadden tot Sint-Truiden tactisch iets bijstuurde. Aanvankelijk was er geen probleem, maar na de rust verloren we volledig de controle. En opnieuw vonden we er geen antwoord op.”
Dus de kritiek dat Ronny Deila tactisch niet sterk genoeg was, bevestig jij?
“Díe kritiek vind ik heel gemakkelijk. Mensen gaan altijd op zoek naar een simpele uitleg. Ofwel is een trainer tactisch niet goed genoeg, ofwel is hij geen goede peoplemanager. Maar het is niet zwart of wit. Er is altijd een bepaalde grijze zone die ervoor zorgt dat je in een probleemsituatie komt. Net zoals het nooit één iemand zijn verantwoordelijkheid is. Dat je als club finaal uitkomt bij de coach, is omdat dat het enige is wat je op de korte termijn kan veranderen.”
Kan een elftal óp het veld dan niet zelf tactisch bijsturen?
“Als er duidelijkheid is, ja. Vergelijk het met het spreken van een taal. Als wij dezelfde taal praten, ga je me begrijpen. Maar als jij een andere taal spreekt dan ik, en ik dénk dat jij mij begrijpt, dan ontstaan er misverstanden.”
Dus wij, de buitenwereld, overschatten dit Club Brugge?
“Nee, maar de buitenwereld kijkt te veel naar het individuele talent. Skov Olsen, Nusa, Zinckernagel, Vetlesen, Skoras, Ordoñez, Max (De Cuyper, red.), Bjorn (Meijer, red.), Sabbe...: allemaal jongens met héél veel talent en héél veel kwaliteiten die een geweldige carrière gaan maken...”
Je vergeet nog een spits van 37 miljoen euro.
“Én nog een spits van 37 miljoen, inderdaad. Ik zal wellicht nog jongens vergeten. Maar als het aankomt op kennis van zaken, ervaring, weten wat het is om voor Club Brugge te spelen, om kampioen te worden, om ervoor te zorgen dat je een 0-1 tegen STVV over de streep kan trekken... (zucht) Dan krijg je een ander verhaal.”
Ronny Deila heeft die druk ook onderschat.
“Je mag nog denken dat je al veel druk hebt meegemaakt in je carrière, trainer zijn van Club Brugge is toch nog iets anders. Dit is nog steeds de grootste club van het land. Daar moet je mee om kunnen. Ik denk dat Ronny dat misschien wat onderschat heeft, ja. Standard heeft ook vurige supporters, maar daar staat niet elke dag alles in de krant. Terwijl je hier élke match moet zien te winnen. In Europa, in de beker én in de competitie.”
Hoe draai je dat op korte termijn terug om?
“Door opnieuw naar de basis te gaan. Met Nicky Hayen waait er een nieuwe wind. Hij kan de groep opnieuw op scherp zetten. En dan komt het erop neer dat iedereen goed weet wat zijn taak is, zodat er gecorrigeerd kan worden, en te focussen. Niet zozeer op het spel tússen de twee de strafschopgebieden, maar er ín.”
Die alarmbellen achterin gaan toch niet plots ophouden met luiden?
“Wel als je een gemeenschappelijk plan hebt, waarin iedereen weet wat er moet gebeuren en waarbij iedereen dezelfde taal spreekt.”
Hoe ziet dat plan eruit?
“Ik ga dat hier niet uit de doeken doen, maar de scenario’s moeten duidelijk zijn. Wie, wat, wanneer, hoe.”
Deila gaf bij zijn afscheidsinterview aan dat hij Vincent Mannaert gemist heeft. Mist de spelersgroep hem ook?
“Ik herinner me zijn laatste speech nog, in Lugano, om de groep op scherp te zetten. Iedereen weet welke impact Vincent kan hebben. Dat is niet iedereen gegeven. En je kan dat ook niet elke week doen of zeven keer per maand. Vincent kwam alleen in de kleedkamer op de belangrijke momenten.”
“Ik begrijp dat Deila hem gemist heeft. Een coach heeft iemand nodig waarmee hij kan praten over voetbal en over tactische dingen, maar die tegelijk ook hard kan zijn voor sommige beslissingen van de trainer. Vincent was zo’n klankbord. Vandaar dat de club nu zo iemand aan het zoeken is.”
Juist. Een ‘Technical Director’.
“Ik ga niet over titels spreken, noch over profielen of namen. Ik bekijk het van bovenaf. Iemand moet de knowhow die we hebben, implementeren in de technische staf en de spelersgroep. En die persoon moet corrigerend en autoritair optreden als we van onze weg afwijken. Het liefst van al nog vóór het probleem zich stelt. Niet als het te laat is.”
Schreuder, Hoefkens, Parker, De Mil, Deila, Hayen... Het is hier de voorbije twee jaar wel een komen en gaan geweest van trainers.
“Iedereen was erg lovend over Schreuder. En als Carl (Hoefkens, red.) een beetje beter omringd was geweest, dan zou het een heel stuk anders zijn gelopen. Daarna kwam er iemand waarbij het ‘his way or the highway’ was (Scott Parker, red.) - dat was duidelijk niet de weg. De Mil heeft ons nadien ondanks zijn onervarenheid toch nog naar play-off 1 geloodst, waarna we onder Deila een beetje in hetzelfde verval zijn beland als onder Parker. Deila probeerde weliswaar meer compromissen te sluiten, maar het was niet zo dat iemand invloed op hem had. Die zei: ‘Het gaat de verkeerde kant uit.’ Het probleem voorkomen, daar was onder Deila helemaal geen sprake van. Vandaar dat-ie aangaf: ‘Ik heb Vincent Mannaert gemist.’”
Het vreemde aan heel deze situatie is dat jullie ondanks in volle crisis toch in de kwartfinale van een Europese beker zitten.
“Absoluut. Dat is het positieve, dat het niet is zoals vorig jaar, toen we niets meer konden winnen.”
Wie wordt kampioen, Simon?
“Euhmm... Union áls het niet in hetzelfde verval geraakt als de voorbije twee seizoenen. Want soms denk ik dat het daar een complex aan het worden is.”
En wie wint de Conference League?
(meteen) “Club Brugge.”
Dat zou wel héél straf zijn voor zo’n “onwetende groep”.
“Maar plaats onze Europese tegenstanders eens in de Belgische competitie... Eén voor één stugge tegenstanders, hé, maar ze zouden geen kampioen worden. Op Aston Villa na dan misschien.”