“Mats Rits is de speler die Club nu mist”: overbodig bij Club, nu incontournable voor Brian Riemer bij anderlecht
Het leek alsof hij een stap achteruit zette. Mats Rits (30) ruilde afgelopen zomer Club Brugge voor anderlecht, want ja… die waren toch maar elfde geëindigd. Zo’n negen maanden later speelt de middenvelder – weliswaar in een andere rol – met paars-wit wel voor de titel. Had blauw-zwart Rits dan niet beter gehouden?
Jürgen Geril
Gisteren om 18:00
Wij maken zowat elke match een spelersbeoordeling van anderlecht. Het vakje dat daarbij het langst leeg blijft, is vrijwel altijd dat van Mats Rits. Hij doet niets spectaculairs, maar ook zelden iets doms. Wat pen je dan in hemelsnaam neer? Meestal komen we uit bij: Hield de ploeg goed in evenwicht, liep erg veel gaten toe en trapte ballen weg als dat nodig bleek. De week nadien: copy paste. Het typeert het seizoen van Mats Rits.
“Ik ben de pure controleur”, zei Rits daar zelf over in de anderlecht-podcast Mauve. “Ik ben samen met Jan Vertonghen en Zeno Debast het slot op de deur. Mijn taak is om altijd de controle te behouden, zodat andere jongens hun krachten beter kunnen uitspelen. We hebben best een offensief team met oprukkende flankverdedigers. Laat die jongens maar hun spel spelen. Ploegmaats als Mario Stroeykens en Théo Leoni hebben nu een steviger houvast dan vorig seizoen.”
Eerste op het blad
Het nummer 23 van Rits: Brian Riemer zet dat altijd als eerste op het wedstrijdblad. Mister Sober stond sinds zijn komst naar RSCA in 26 van de 27 competitiematchen in de basis. De Brusselaars betaalden zo’n 2 miljoen aan blauw-zwart, maar dat bleek voorlopig een nuttige belegging. “anderlecht heeft een geweldige zaak gedaan met Rits”, zegt ook Rudi Cossey, die als T2 bij Brugge nog met de speler werkte. “Ik ben niet verbaasd dat Mats alles speelt, ondanks de grote concurrentie op het middenveld. Hij is erg belangrijk voor een trainer en doet zijn werk in functie van de anderen. Het is niet altijd elegant, maar wel erg efficiënt. Het is geen speler die de pers en het grote publiek bekoort, maar elke trainer wil zo’n jongen in zijn team. Meer nog, hij is de speler die Club Brugge dit seizoen mist.”
Brugge en anderlecht
Kaboem. Heeft Club zich dan fel misrekend door Rits te laten gaan? De Bruggelingen lieten de 30-jarige vertrekken omdat ze veel hadden geïnvesteerd in andere middenvelders en hij minder zou spelen. Dit seizoen acteerden Raphaël Onyedika en Hugo Vetlesen in Jan Breydel als controlerende middenvelders. Dat verliep op zijn zachtst gezegd met vallen en opstaan. De ontslagen Ronny Deila was bijvoorbeeld allesbehalve een fan van Onyedika, maar die moet op termijn wellicht (veel) geld opleveren. “Het is bij Brugge zo dat ze nu veel middenvelders hebben die zichzelf graag willen profileren”, vervolgt Cossey. “Maar ze missen een man die in de schaduw wil werken en zich wil wegcijferen voor de anderen. Rits had daar het cement tussen de bakstenen kunnen zijn.”
Rits had na drie titels natuurlijk kampioenenervaring en was enigszins de lijm in de groep. Al moeten we ook stellen dat hij bij de Bruggelingen toch meer als een box-to-box-middenvelder werd uitgespeeld dan als pure stofzuiger voor de defensie. Het is ergens een man met twee gezichten. Edward Still zat in de technische staf van Ivan Leko toen Rits in 2018 tekende in Brugge. “Mats stond toen bovenaan een shortlist van drie jongens”, klinkt het. “Hij heeft een combinatie van kwaliteiten die moeilijk te vinden zijn: indrukwekkende fysiek, groot spelvolume en best snel... Op termijn zagen we in hem een opvolger van Ruud Vormer, die infiltreerde en scoorde.”
Nog geen RSCA-goal
Dat zag je ook aan Rits’ statistieken bij Club Brugge: in 197 matchen 23 goals en 18 assists. In het seizoen 2021-2022 nam hij zelfs 7 doelpunten en 5 beslissende passes voor zijn rekening. Bij anderlecht staat de teller qua treffers opvallend genoeg nog altijd op nul. “Ik wil dat eerste doelpunt voor anderlecht heel graag scoren”, gaf Rits nog mee. “Maar in mijn positie is dat minder belangrijk. Ik moet ballen oppikken om aanvalsgolven op te zetten.”
Still geeft trouwens aan dat Rits in Brugge soms ook al het sterke slot op de deur was. “Hij was bij momenten zeer precies voor doel, maar toen onze controleur Marvelous Nakamba eens geblesseerd uitviel, zochten we alternatieven voor die zes-positie. Eerst probeerden we Vormer voor de verdediging, maar dat was een ramp. Rits vervulde die rol meteen uitstekend. Hij transformeerde zijn offensieve naar defensieve kwaliteiten en liet Vanaken en Vormer beter draaien. Mats stond altijd goed om de bal op te vangen of weg te werken. Op een bepaald moment deed hij me zelfs denken aan Timmy Simons.”
Zou Club Brugge dan hoger in het klassement staan als het Rits had gehouden? Dat zullen we nooit weten, maar in de clash Club-anderlecht van zondag kan de middenvelder wel zijn gram halen. Coach Brian Riemer gebruikt hem alvast verstandig. Al zijn de anderlecht-fans zeker niet wild van Rits. Dat komt niet zozeer door zijn blauw-zwarte verleden, maar eerder omdat de paars-witte aanhang simpelweg sierlijker middenvelders met meer voetballend vermogen verkiest. “Ach, ik hoef de fan favorite niet te zijn”, besloot Rits in de podcast. “Laat dat maar aan anderen over. Ik voel me sowieso welkom op anderlecht.”
Wij vragen ons al af wat we zondag over Rits zullen neerschrijven in de spelersbeoordeling.
Ik denk dat die analyse zeker verdienste heeft. Ik heb het vertrek van Rits altijd vrij onbegrijpelijk en spijtig gevonden. Ik dacht op het moment van zijn vertrek eerlijkheidshalve wel niet dat anderlecht dit seizoen al zou meedoen voor de titel, maar dat was - verzachtende omstandigheid - op een moment waarop ze Schmeichel, Delaney en Hazard nog niet hadden gehaald.
“Mats Rits is de speler die Club nu mist”: overbodig bij Club, nu incontournable voor Brian Riemer bij anderlecht
Het leek alsof hij een stap achteruit zette. Mats Rits (30) ruilde afgelopen zomer Club Brugge voor anderlecht, want ja… die waren toch maar elfde geëindigd. Zo’n negen maanden later speelt de middenvelder – weliswaar in een andere rol – met paars-wit wel voor de titel. Had blauw-zwart Rits dan niet beter gehouden?
Jürgen Geril
Gisteren om 18:00
Wij maken zowat elke match een spelersbeoordeling van anderlecht. Het vakje dat daarbij het langst leeg blijft, is vrijwel altijd dat van Mats Rits. Hij doet niets spectaculairs, maar ook zelden iets doms. Wat pen je dan in hemelsnaam neer? Meestal komen we uit bij: Hield de ploeg goed in evenwicht, liep erg veel gaten toe en trapte ballen weg als dat nodig bleek. De week nadien: copy paste. Het typeert het seizoen van Mats Rits.
“Ik ben de pure controleur”, zei Rits daar zelf over in de anderlecht-podcast Mauve. “Ik ben samen met Jan Vertonghen en Zeno Debast het slot op de deur. Mijn taak is om altijd de controle te behouden, zodat andere jongens hun krachten beter kunnen uitspelen. We hebben best een offensief team met oprukkende flankverdedigers. Laat die jongens maar hun spel spelen. Ploegmaats als Mario Stroeykens en Théo Leoni hebben nu een steviger houvast dan vorig seizoen.”
Eerste op het blad
Het nummer 23 van Rits: Brian Riemer zet dat altijd als eerste op het wedstrijdblad. Mister Sober stond sinds zijn komst naar RSCA in 26 van de 27 competitiematchen in de basis. De Brusselaars betaalden zo’n 2 miljoen aan blauw-zwart, maar dat bleek voorlopig een nuttige belegging. “anderlecht heeft een geweldige zaak gedaan met Rits”, zegt ook Rudi Cossey, die als T2 bij Brugge nog met de speler werkte. “Ik ben niet verbaasd dat Mats alles speelt, ondanks de grote concurrentie op het middenveld. Hij is erg belangrijk voor een trainer en doet zijn werk in functie van de anderen. Het is niet altijd elegant, maar wel erg efficiënt. Het is geen speler die de pers en het grote publiek bekoort, maar elke trainer wil zo’n jongen in zijn team. Meer nog, hij is de speler die Club Brugge dit seizoen mist.”
Brugge en anderlecht
Kaboem. Heeft Club zich dan fel misrekend door Rits te laten gaan? De Bruggelingen lieten de 30-jarige vertrekken omdat ze veel hadden geïnvesteerd in andere middenvelders en hij minder zou spelen. Dit seizoen acteerden Raphaël Onyedika en Hugo Vetlesen in Jan Breydel als controlerende middenvelders. Dat verliep op zijn zachtst gezegd met vallen en opstaan. De ontslagen Ronny Deila was bijvoorbeeld allesbehalve een fan van Onyedika, maar die moet op termijn wellicht (veel) geld opleveren. “Het is bij Brugge zo dat ze nu veel middenvelders hebben die zichzelf graag willen profileren”, vervolgt Cossey. “Maar ze missen een man die in de schaduw wil werken en zich wil wegcijferen voor de anderen. Rits had daar het cement tussen de bakstenen kunnen zijn.”
Rits had na drie titels natuurlijk kampioenenervaring en was enigszins de lijm in de groep. Al moeten we ook stellen dat hij bij de Bruggelingen toch meer als een box-to-box-middenvelder werd uitgespeeld dan als pure stofzuiger voor de defensie. Het is ergens een man met twee gezichten. Edward Still zat in de technische staf van Ivan Leko toen Rits in 2018 tekende in Brugge. “Mats stond toen bovenaan een shortlist van drie jongens”, klinkt het. “Hij heeft een combinatie van kwaliteiten die moeilijk te vinden zijn: indrukwekkende fysiek, groot spelvolume en best snel... Op termijn zagen we in hem een opvolger van Ruud Vormer, die infiltreerde en scoorde.”
Nog geen RSCA-goal
Dat zag je ook aan Rits’ statistieken bij Club Brugge: in 197 matchen 23 goals en 18 assists. In het seizoen 2021-2022 nam hij zelfs 7 doelpunten en 5 beslissende passes voor zijn rekening. Bij anderlecht staat de teller qua treffers opvallend genoeg nog altijd op nul. “Ik wil dat eerste doelpunt voor anderlecht heel graag scoren”, gaf Rits nog mee. “Maar in mijn positie is dat minder belangrijk. Ik moet ballen oppikken om aanvalsgolven op te zetten.”
Still geeft trouwens aan dat Rits in Brugge soms ook al het sterke slot op de deur was. “Hij was bij momenten zeer precies voor doel, maar toen onze controleur Marvelous Nakamba eens geblesseerd uitviel, zochten we alternatieven voor die zes-positie. Eerst probeerden we Vormer voor de verdediging, maar dat was een ramp. Rits vervulde die rol meteen uitstekend. Hij transformeerde zijn offensieve naar defensieve kwaliteiten en liet Vanaken en Vormer beter draaien. Mats stond altijd goed om de bal op te vangen of weg te werken. Op een bepaald moment deed hij me zelfs denken aan Timmy Simons.”
Zou Club Brugge dan hoger in het klassement staan als het Rits had gehouden? Dat zullen we nooit weten, maar in de clash Club-anderlecht van zondag kan de middenvelder wel zijn gram halen. Coach Brian Riemer gebruikt hem alvast verstandig. Al zijn de anderlecht-fans zeker niet wild van Rits. Dat komt niet zozeer door zijn blauw-zwarte verleden, maar eerder omdat de paars-witte aanhang simpelweg sierlijker middenvelders met meer voetballend vermogen verkiest. “Ach, ik hoef de fan favorite niet te zijn”, besloot Rits in de podcast. “Laat dat maar aan anderen over. Ik voel me sowieso welkom op anderlecht.”
Wij vragen ons al af wat we zondag over Rits zullen neerschrijven in de spelersbeoordeling.
Ik denk dat die analyse zeker verdienste heeft. Ik heb het vertrek van Rits altijd vrij onbegrijpelijk en spijtig gevonden. Ik dacht op het moment van zijn vertrek eerlijkheidshalve wel niet dat anderlecht dit seizoen al zou meedoen voor de titel, maar dat was - verzachtende omstandigheid - op een moment waarop ze Schmeichel, Delaney en Hazard nog niet hadden gehaald.
Ik denk dat er niemand op dat moment dacht dat ze gingen meedoen voor de titel. Had hun start niet zo desastreus geweest, ze hadden die last-minute transfers met die grote namen niet gedaan. Het leek wel op een all-in die goed zal gaan uitpakken. Zelfs bij een tweede plek zullen hun supporters tevreden zijn dat ze eindelijk weer meedraaien bovenaan het klassement na jaren van sukkelen.
Ik vond het stukje gisteren met de twee schaduwelftallen vergeten spelers ook wel tof om lezen.
Timmy Simons promoveert als T1 naar 1A, en alhoewel Dender een absolute kakploeg is met de accomodatie van FC de Kampioenen, ben ik zeer blij voor hem nadat hij zijn loopbaan als trainer moest beginnen in een verziekte werkomgeving als die van Zulte-Waregem.
Wat die laatste betreft is het natuurlijk jammer voor Ruud, Jelle en Davy dat zij niet terug keren naar het hoogste niveau (de enigen die nog kans hebben op promotie zijn Patro Eisden), en niet in het minst voor hun deftige stadion en een korte verplaatsing voor Club.
“Never say never, because limits, like fears, are often just an illusion.” - Michael Jordan -
Duffman schreef: ↑19 apr 2024, 23:12
Timmy Simons promoveert als T1 naar 1A, en alhoewel Dender een absolute kakploeg is met de accomodatie van FC de Kampioenen, ben ik zeer blij voor hem nadat hij zijn loopbaan als trainer moest beginnen in een verziekte werkomgeving als die van Zulte-Waregem.
Wat die laatste betreft is het natuurlijk jammer voor Ruud, Jelle en Davy dat zij niet terug keren naar het hoogste niveau (de enigen die nog kans hebben op promotie zijn Patro Eisden), en niet in het minst voor hun deftige stadion en een korte verplaatsing voor Club.
Zulte speelt toch playoffs voor promotie nog? Denk dat je effe mis bent hoor
Blij voor Timmy Simons, maar zoals het er nu naar uit ziet wordt het een ticketje retour.
Op de dag van vandaag heeft Dender noch de spelers, noch de financiële middelen om te overleven in 1A. Eigenlijk minstens een jaar te vroeg gepromoveerd, maar ja, je laat zo'n sportieve kans niet liggen.
Duffman schreef: ↑19 apr 2024, 23:12Wat die laatste betreft is het natuurlijk jammer voor Ruud, Jelle en Davy dat zij niet terug keren naar het hoogste niveau (de enigen die nog kans hebben op promotie zijn Patro Eisden), en niet in het minst voor hun deftige stadion en een korte verplaatsing voor Club.
Dit is niet juist, zulte en lommel moeten tegen elkaar spelen. De winnaar daarvan moet tegen RWDM spelen en dat zal bepalen of RWDM in eerste blijft of Zulte/Lommel in hun plaats komt. Je mag stiekem nog een beetje voor Zulte supporteren dat zij terug in eerste klasse komen voetballen, doe ik ook.
Timmy Simons promoveert met Dender naar 1A.
Vandaag een artikel in Het Nieuwsblad, waarin hem ook gevraagd werd over zijn trainersparcours tot nu toe.
Hij erkent hierin zelf dat het nog te vroeg was destijds bij Club en hij terecht die stappen bij Zulte-Waregem en Dender moest zetten.
Volgend seizoen tref je met FCV Dender ook Club Brugge, waar je misschien te ambitieus was?
“Neen. Voor Club Brugge was ik niet klaar, Dender was een goede keuze. Bart Verhaeghe en Vincent Mannaert vertelden me dat ik eerst het volledige traject moest afleggen. Dat was volgens mij de juiste beslissing. Bij Zulte Waregem werkte ik onder moeilijke omstandigheden, maar we haalden het ‘target’. Bij Dender geloof ik in het project, dat uitgaat van een duidelijk plan en een heldere visie.”
Nu zelfs invaller in 1B: hoe Ruud Vormer nog niet veel plezier beleefde aan overstap van Club Brugge naar Zulte Waregem
Zulte Waregem trekt na een moeilijk seizoen in de Challenger Pro League toch met twee klinkende zeges op rij naar de ‘play-ups’. Opvallend: Ruud Vormer (35) was slechts invaller. Hoe is het zover gekomen voor de voormalige Gouden Schoen? Een situatieschets.
Jonas Withouck
Vrijdag 26 april 2024 om 03:00
“Nee”, antwoordde Ruud Vormer, eerlijk als hij is, op de vraag of hij ook bij Zulte Waregem zou blijven bij degradatie. “Dan ben ik vrije speler, hè. Einde contract en dan ga ik gewoon verder kijken waar ik zin in heb. Je weet het nooit, maar tot nu toe heb ik geen zin in 1B”, aldus Vormer op 4 januari 2023 bij zijn officiële voorstelling.
Natuurlijk kwam hij op dat moment rechtstreeks van Club Brugge, de club waarmee hij vijf keer kampioen werd, de beker pakte, de Gouden Schoen won en succes kende in Europa. In zijn laatste negen maanden in Brugge kwam hij echter niet meer aan spelen toe. Eerst onder Alfred Schreuder, daarna onder Carl Hoefkens. Er werd vooral gewezen naar zijn achteruitgaande fysieke data, al was Vormer er zelf van overtuigd dat hij “de ploeg nog wat had kunnen bijbrengen”.
Veelbelovend begin
Terecht, zo bleek uit zijn eerste weken bij Zulte Waregem. Vormer had al een half jaar geen wedstrijd meer gespeeld, maar hij had bij blauw-zwart wel nog dagelijks getraind met topspelers als Noa Lang, Hans Vanaken en Andreas Skov Olsen. En dat was er tijdens zijn eerste wedstrijden bij Essevee echt wel aan te zien: Vormer zorgde duidelijk voor een kwaliteitsinjectie. Hij bracht energie in het spel, zorgde met zijn befaamde infiltraties en goeie voorzetten voor doelgevaar en eiste bijna alle stilstaande fases op. Essevee pakte met Vormer meteen 7 op 12, iets wat voor Nieuwjaar nooit lukte.
In no time werd Vormer een publiekslieveling en weerklonk Ruud Ruud Ruud! door de Elindus Arena. Ook coach Mbaye Leye was helemaal mee in het verhaal. Nochtans had de Senegalees enkele weken vóór de komst van de Nederlander openlijk zijn twijfels uitgesproken. “Vormer? Nee, dat is echt niet aan de orde”, zei Leye op een persconferentie. “Ruud is een fantastische speler, maar we hebben slechts dertig procent balbezit, terwijl hij bij Brugge net kon uitblinken door het dominante voetbal.” Leye bleek uiteindelijk wel een punt te hebben – daarover later meer.
Een dikke maand na zijn komst liep het echter al fout. Voor velen nog steeds de reden waarom Essevee uiteindelijk degradeerde: de sleutelbeenbreuk die Vormer opliep na nog geen minuut spelen in de thuismatch tegen KV Oostende. Net toen hét curciale drieluik in de degradatiestrijd eraan kwam. Zonder Vormer speelde Essevee achtereenvolgens gelijk tegen Oostende, Seraing en KV Kortrijk: 4 op 18 was de magere balans tijdens de revalidatie van de Nederlander. Met nog vier matchen te gaan kwam Vormer terug, net toen Frederik D’Hollander overnam van de ontslagen Leye. Maar die late trainerswissel haalde niets uit en de heropleving op de voorlaatste speeldag in Eupen, waar Vormer scoorde en drie assists gaf, kwam te laat.
Verrassende verlenging
En zo was het verhaal van Vormer in Waregem na dik vier maanden al afgelopen, dacht iedereen. Maar de clubleiding deed een extra financiële inspanning en eind mei werd het verlengd verblijf van Jelle Vossen én Vormer al meegedeeld. “Door mijn blessure heb ik niet alles kunnen geven. Dit voelt als een onafgesloten hoofdstuk voor mij”, gaf de middenvelder als reden op waarom hij zijn kar keerde. “Daarom heb ik samen met mijn gezin besloten om alles op alles te zetten om hier weer uit te komen.” Met zijn gezin, want Vormer wil – net als zijn carpoolmaatje Vossen, die zelfs naar Westerlo kon – liefst nooit meer weg uit Knokke-Heist.
Zo werd Zulte Waregem voor aanvang van het seizoen meteen dé topfavoriet in de Challenger Pro League. Vormer en Vossen tekenden ook een contract voor twee seizoenen met het idee: meteen weer promoveren en dan nog een jaartje 1A. Makkelijker gezegd dan gedaan.
Essevee bereidde zich voor om met de ervaring van ook nog Timothy Derijck, Zinho Gano en Christian Brüls de competitie te gaan domineren, maar dat sloeg lelijk tegen. Afgelopen weekend werd de reguliere competitie afgesloten als vijfde met 51 punten op 90. Vooral in eigen huis liep het voor geen meter, met amper vier zeges. Geen énkele keer kon Essevee thuis winnen van een belofteploeg, met de 2-5-nederlaag tegen RSCA Futures als dieptepunt.
Van de ervaren spelers is kapitein Vossen op dit moment nog de enige die zeker is van zijn basisplaats. Gano werd aan de kant geschoven wegens onprofessioneel gedrag en raakte na zijn comeback geblesseerd, Derijck mocht in de winter beschikken na ruzie met Euvrard, Brüls en Vormer schipperen tussen bank en basis.
Verzuipen op het middenveld
De feiten zijn dat de Challenger Pro League dit jaar qua spelniveau een drama was, maar dat de nadruk op het fysieke ligt en de intensiteit niet te onderschatten valt. Al snel bleek de spelerskern van Zulte Waregem niet in staat om wedstrijden te domineren. Na vier matchen werd D’Hollander al vervangen door Vincent Euvrard om het spelniveau op te krikken, maar dat lukte amper.
Gemiddeld had Essevee dit seizoen 51 procent balbezit – voor een titelfavoriet is dat heel weinig. Euvrard heeft zowat alle mogelijke formaties en opstellingen uitgeprobeerd. Maar al te vaak verzoop het middenveld. En Vormer kwam gewoonweg te weinig aan de bal om impact te kunnen hebben. Het hielp ook niet dat hij begin dit jaar nog eens werd afgeremd door een vervelende blessure.
Na 28 wedstrijden probeerde Euvrard voor het eerst een middenveld met Tochukwu Nnadi, een 20-jarige Nigeriaan die in de winter kwam en de beste transfer van het jaar bleek, en Pape Diop, een 20-jarige Senegalees die heel het seizoen geblesseerd was. Twee fysiek sterke middenvelders. Resultaat: 1-4-winst op Dender en afgelopen weekend 4-1 tegen Lierse. Het blijft een vreemd zicht om een voormalige Gouden Schoen als Vormer te zien invallen in een gezapige match in tweede klasse in een halfgevuld stadion. En toch mag Essevee nog op zijn ervaring rekenen in de play-ups.
Vormer "mocht" gisteren nog invallen in de 85e minuut. Lommel won met 1-0 en veroordeelt Zulte-Waregem zo tot een verlengd verblijf in 1B.
“Zeventig procent kans? Ik doe beter, négentig!”: vier Club Brugge-iconen zien dat blauw-zwart een afspraak heeft met de geschiedenis
Een grootse affiche verdient een grootse line-up. Vandaar: vier iconen van Club – Julien Cools (77), Georges Leekens (74), Jan Ceulemans (67) en Lorenzo Staelens (60) – over hun Europese halve finales en de historische clash van vanavond (18.45 uur) tegen Fiorentina. “Het wordt een heksenketel. Ik voel in Brugge dat er veel goesting is.”
Pieter-Jan Calcoen en Ludo Vandewalle
Vandaag om 03:00
Heren. Jullie vertegenwoordigen de vier Europese halve finales van Club… Leekens:(onderbreekt) “Julien en ik hebben ook wel twee finales gespeeld, hé.”
Cools: “In 1976 en 1978. Twee keer tegen Liverpool. (foetert) Twee keer verloren, jammer genoeg.”
Ceulemans: “Ik wil de huidige prestaties niet minimaliseren – chapeau – maar de tegenstanders van toen waren wel van een ander kaliber dan de ploegskes die Club in de Conference League tegengekomen is.”
Cools: “In 1976 in de UEFA Cup hebben we Hamburg uitgeschakeld in de halve finale. Dat was de Duitse top, hé. Ik heb net de beelden herbekeken, kwestie van hier toch een beetje deftig voor de dag te komen... We speelden de heenwedstrijd in Hamburg, een 1-1-gelijkspel. Wel, ik durf te zeggen dat die goal van Lambert voor negentig procent mijn verdienste was.”
Leekens:(onderbreekt alweer) “Julien, zo niet beginnen, hé: ‘negentig procent’, ik heb daar een patent op.” (lacht)
Cools:(onverstoord) “Ik deed een interceptie en stuurde Van Gool in het straatje. Diens schot belandde via de keeper bij Lambert.”
Leekens: “Thuis hebben we meeval gehad. Met een lucky goal 1-0.”
Staelens: “Een beetje zoals Club tegenwoordig dan. Ach, geluk dwing je ook af, hé.”
Cools: “In 1978 hebben we verlengingen nodig gehad (tegen Juventus, red.). René (Vandereycken, red.) heeft toen de verlossende 2-0 gemaakt. Ik was er niet gerust op, Italianen zijn altijd lastig, maar we hebben het toch maar gefikst, met mannen die uit Retie en Oudenhove kwamen.”
Leekens: “Ik herinner me de tactiek van Happel nog. We speelden een 4-2-4, met vier aanvallers dus. En drie verdedigers moesten ook mee oprukken. Waarop ik mijn vinger de lucht instak: ‘Wie blijft dan achterin?’ ‘Du’, antwoordde hij. Ikke dus.”
Cools: “We stonden halfweg 1-0 voor, Bastijns scoorde, en nóg kregen we het verwijt van Happel dat het offensiever moest. (mijmert) Nu ik er zo over babbel: het is toch straf wat we toen gerealiseerd hebben. We stonden er nauwelijks bij stil: het succes leek normaal, terwijl het net uitzonderlijk was. We waren bijna allemaal Belgen.”
Piekten jullie naar die Europese avonden? Cools: “Niet per se. Het was natuurlijk niet altijd makkelijk om de klik te maken. Als je in Europa geschitterd had en je moest het weekend erop op pakweg Winterslag of zo gaan spelen… Dat was niet voor iedereen evident.”
Ceulemans: “Daar moest je de straat oversteken en tussen de koeien opwarmen. En die kabienekes: een schande.”
Cools: “Ik zat tot mijn 22ste nog in het provinciale voetbal. (lacht) Ik heb andere dingen gezien.”
Ceulemans: “Jullie generatie vormde de beste ploeg ooit van Club. Enfin, dat vind ik. Jullie hebben ook als enigen Europese finales bereikt. Daar ben ik jammer genoeg nooit in geslaagd. (zucht) Espanyol in 1988.”
Staelens: “Was dat geen campagne waar jullie het ene mirakel na het andere verwezenlijkt hebben?”
Ceulemans: “Klopt. Tegen Zenit Leningrad, Rode Ster Belgrado en Borussia Dortmund hebben we toen telkens een grote achterstand opgehaald in de return. Met dank aan de Club-fans ook: het stadion zat al om 18 uur vol. Het kolkte echt. Het zal tegen Fiorentina ook zo zijn.”
Leekens:(knikt) “Het wordt een heksenketel. Ik voel in Brugge dat er veel goesting is.”
Ceulemans: “Maar in ’88 ging het dus mis tegen Espanyol. Thuis wonnen we met 2-0, ik scoorde, maar de terugmatch miste ik door een spierblessure – de eerste in mijn carrière. In Spanje sloeg alles tegen: Beyens heeft rood gepakt en Vande Walle maakte een foutje. Voor we het goed en wel wisten, lagen we eruit. Terwijl het zo mooi had kunnen zijn.”
Was u erbij geweest, dan was het toch anders gelopen? Ceulemans: (bescheiden) “Dat ga ik niet over mezelf vertellen.”
Leekens: “Dat had zéker een verschil gemaakt. Jan was wat Hans Vanaken nu is voor Club: hij was simpelweg onmisbaar. Een icoon!”
Staelens: “Mijn ervaring in 1992 tegen Werder Bremen beschouw ik ook nog steeds als een gemiste kans. We begonnen thuis, wat hoe dan ook een nadeel is, maar deden in principe wel een goede zaak: 1-0. Het volstond niet: in Bremen werden we overdonderd. Amokachi werd er uitgesloten. Ik kan hier nu vele verhaaltjes verzinnen, maar we waren die dag niet goed genoeg.”
Leekens: “Amokachi! (met blinkende ogen) Hij is gearriveerd toen ik bij Club zat. Ze waren hem gaan scouten. De conclusie was: hij is rap en sterk, ongezien, maar hij kan niet voetballen. Ik heb gezegd dat ze hem toch maar moesten pakken. (lacht) Goeie beslissing.”
Hoe hoog schatten jullie de kans op een derde Europese finale in? Ceulemans: “Ik houd het op zo’n zeventig procent.”
Leekens: “Ik doe beter, Jan. Négentig.” (lacht)
Cools: “Zestig. Mocht het niet tegen Italianen zijn, ik zou er een hoger percentage op plakken.”
Staelens: “Ik ga ook voor zestig.”
Leekens: “We trekken aan hetzelfde zeel: Club is favoriet.”
We schrikken: Club moet een achterstand goedmaken en Fiorentina toonde zich vorige week een stevige tegenstander. Leekens: “Nu zijn we chauvinistisch, vinden de journalisten het niet goed…”
Staelens: “Ik ben het wel met jullie eens dat Club beter zal moeten presteren. Efficiënt zijn in de box en de fouten vermijden. Zo een uitsluiting als die van Onyedika, dat kun je je niet nog eens permitteren.”
Ceulemans: “Hij had blijkbaar niet gezien dat hij al geel gekregen had.”
Leekens:(windt zich op) “Dikke zever.”
Staelens: “En dan nog moet je die fout niet maken. Dat was echt een stupiditeit.”
Cools: “Club zit in de flow, offensief en defensief. Ik zou wel vanaf minuut één er volle bak invliegen. Het publiek zal dat eisen, je moet de supporters meekrijgen. En voorts gewoon voetballen zoals ze al weken bezig zijn. Dat werkt.”
Ceulemans: “Wie had dit nog gedacht, zeg… Club stond negentien punten achter. Negentien. En nu gaan we kampioen spelen en de finale halen.”
In welke mate is dit succes de verdienste van Nicky Hayen? Staelens: “Er staat opnieuw iets. Je kunt niet meer verwachten. Hij kon niet beter doen. Dat ze maar doorgaan met hem.”
Cools: “Ik vind dat toch anders, Lorenzo: iets opbouwen vanaf dag één of nu even depanneren.”
Ceulemans: “Hij is de lat ook hoog aan het leggen voor zichzelf. Stel je voor dat ze nog twee prijzen winnen. (blaast) Dan gaan de verwachtingen er volgend seizoen niet minder op worden. En de druk bij Club is al van nature enorm.”
Leekens: “Nicky kan daarmee om. Hij is al 43. Trouwens, we moeten content zijn dat er een Belgische trainer het zo goed doet. We moeten onszelf beter promoten. Wij zijn niet minder dan die buitenlanders.”
Cools: “Juist. Clement maakt indruk bij Rangers, Peter Maes promoveert met Willem II. Ik heb Peter een sms’je gestuurd. Normaal zie ik hem op het golfterrein – da’s tof, wat beweging in de buitenlucht – maar de laatste tijd had hij precies geen tijd.”
Staelens: “Nogmaals: Club moet Hayen het vertrouwen geven. Anders ben je hem kwijt. Hij heeft zich goed in de markt gezet.”
Als Club Hayen geen T1 maakt, zien jullie dan een alternatief? Ceulemans: “Hein Vanhaezebrouck?”
Staelens: “Ik ken Hein al heel mijn leven, we gingen als kind al samen op vakantie. Hein krijgt altijd zijn zin. Wilde hij vissen, dan gingen we vissen. Wilde hij zwemmen, dan gingen we zwemmen. Ik betwijfel of ze dat bij Club appreciëren.”
Ceulemans: “Het zal me toch benieuwen hoe dat zou gaan.”
Cools: “Wouter Vrancken zou blijkbaar ook op de markt komen, lees ik. En Van Bommel vertrekt bij Antwerp.”
Leekens: “Wouter heeft nog onder mij gespeeld – een heel verstandige mens. Maar Club heeft ons advies niet nodig, ze zullen wel een doordachte beslissing maken. (fijntjes) Niet zoals ik in 2012, toen ik de Rode Duivels inruilde voor Club. Bart Verhaeghe heeft op mijn gemoed gespeeld toen: ‘We hebben je nodig.’ Club zit in mijn hart, ik heb toegestemd.”
En wij maar denken dat het voor de centen was? Leekens:(schudt het hoofd) “Dat mag je nu gerust weten: ik heb toen geen euro extra gekregen in vergelijking met bij de bond.”
Terug naar Fiorentina: welk elftal zouden jullie opstellen? Cools: “In de goal moeten we geen keuze maken: Jackers is niet fit, dus Mignolet speelt.”
Staelens: “Club moet Jackers wel erkentelijk zijn: hij heeft Simon fantastisch vervangen. Maar finaal is het niet meer dan logisch dat Simon weer onder de lat komt te staan: hij is de nummer één. Dat moet je respecteren.”
Cools: “Ook al deed hij het inderdaad goed. Ik ergerde me in het algemeen wel aan de opbouw van achteruit. Wie is er eigenlijk begonnen met dat belachelijke pasje van de keeper naar de verdediger of omgekeerd? Iedereen doet het, zelfs mijn kleinzonen. Pfff.”
Leekens: “Jackers was bijna een kopie van Mignolet: hij had uitstraling en stond er als het moest.”
Staelens: “Wat Georges zegt, is waar, maar als je eerste doelman zich blesseert en vervolgens weer fit is, moet hij spelen, vind ik.”
Ceulemans: “Meijer is out, dus daar hebben we het ook gemakkelijk: De Cuyper speelt. Dat doet me wel plezier. Ik heb die jongen zich hier in Westerlo zien ontwikkelen. (blaast) Dat is een goede speler.”
Cools: “Aan de overkant ben ik gecharmeerd door Sabbe. Hoe hij er in Genk McKenzie afliep… Jawadde.”
Leekens: “Mentaal is hij ook sterk. Ik heb ‘m weleens een foutje zien maken, maar vervolgens doet hij voort alsof er niks gebeurd is. Dat is straf op zijn leeftijd. En daarnaast zijn zijn voorzetten op maat.”
Ceulemans: “Ik snap niet dat Deila Sabbe na zijn blessure zo lang genegeerd heeft. Soit.”
Mignolet in doel, Sabbe en De Cuyper op de flanken. Wie zetten jullie centraal achterin naast Mechele: Ordonez of Spileers? Leekens: “Daar kan ik niks zinnigs over zeggen. Het hangt af van de vorm van de dag. Was ik trainer, ik zou de keuze maken na de laatste training.”
Staelens: “Ik zou toch voor Ordonez gaan. Spileers zit met dat masker – da’s een extra moeilijkheid.”
Ceulemans: “Ik heb veel respect voor Mechele. Ik ben vier keer kampioen geworden, hij vijf keer. Dat zegt toch iets.”
Cools: “Hij heeft er, met zijn kwaliteiten, het maximale uitgehaald. Mechele is niet per se de grootste voetballer, maar de laatste weken doet hij het toch wel goed, vind ik. Ook aanvallend: tegen anderlecht scoorde hij de eerste goal.”
Staelens: “Er is dit seizoen veel kritiek geweest op de defensie. Nu gaat het beter. Weet je waaraan dat ligt? Onyedika. Onder Deila een risicopatiënt, maar nu een sterkhouder. Hij ruimt veel op.”
Hij is geschorst. Wie moet hem vervangen? Cools: “Balanta of Odoi. Maar misschien gaat Hayen ze beiden in de ploeg droppen.”
Leekens: “Ik heb Odoi nog gehad bij Lokeren. Hij zag in zichzelf een linksachter. Ik heb hem gezegd: ‘Dan ga je nooit international worden, je moet naar rechts.’ Denis heeft geluisterd. Als hij naar zijn mogelijkheden speelt, heb je er als elftal veel aan.”
Staelens: “Dat moet hij inderdaad wel doen. Duels aangaan, bal afpakken en inspelen. Niks meer. Geen fantasietjes. In Italië was hij goed.”
Leekens: “Lorre heeft gelijk. Ik pleit voor Odoi als verdedigende middenvelder.”
Cools: “Maar als je puur op lengte selecteert, is Balanta een interessantere optie. Hij is een troef voor de kopduels, zeker nu Meijer al ontbreekt.”
Staelens: “Odoi is ook goed met het hoofd, hoor. Ik denk niet dat Hayen hem zal passeren.”
Ceulemans: “Vetlesen krijgt mijn voorkeur op Nielsen. En dan op de tien Vanaken. Hij heeft de sleutel in handen.”
Leekens: “Hans lijkt qua stijl op jou, Jan. Hij is een rustpunt aan de bal. Hij heeft volume. Hij heeft centimeters. Hans is de Caje van nu.”
Ceulemans: “Hij kan wel beter koppen dan ik. (lacht) Toen Georges nog trainer was, kreeg ik de taak om bij stilstaande fases weg te lopen van de bal. Men zette altijd ‘ne grote’ op mij, die trok ik dan mee uit het gewoel.”
Staelens: “Dat marcheerde wel: dan had onder meer ik meer ruimte om in te lopen.”
Cools: “Of je nu een goede kopper was of niet, Ja, je bent een levende legende. Ik ben ‘nen halve’. Dan nog is het al zot genoeg, heb ik afgelopen zondag gemerkt op de Bosuil: ik moest voortdurend op de foto. Voor Jan moet dat nog een pak erger zijn.”
Ceulemans: “Tegen Cercle (26/05, red.) ga ik nog eens zien. Op de Club vragen ze altijd dat ik eens afkom. Voor de play-offs dacht ik dat het afgelopen was, vandaar dat ik zei dat ik enkel de laatste match zou komen. De kans bestaat dat ze dan kampioen spelen…”
Tot slot: welke drie aanvallers? Leekens: “Er is luxe. Als je ziet wat Skov Olsen deed tegen Antwerp…”
Cools: “Het ging zo snel met die voetjes. Ik had zelfs niet gedacht dat hij al ging shotten, maar de bal hing wel tegen de touwen.”
Staelens: “In België vind je geen betere.”
Ceulemans: “Ik lees in de gazetten wel dat het een speciale gast is.”
Leekens: “Ik heb toch gemerkt dat hij zijn defensieve taken uitvoert. De high intensity runs zijn er.”
Cools: “In onze tijd werd dat allemaal nog niet gemeten. Ik denk dat wij vieren wel goed zouden scoren op dat soort statistieken.”
Staelens: “Ik kon blijven lopen. Ik heb maar één keer krampen gehad: toen de scheenbeschermers verplicht werden, werd de bloedtoevoer naar mijn kuiten afgesneden. Enfin, zo voelde het toch aan. Voorheen speelde ik met de kousen los in de schoenen.”
Ceulemans: “Skov Olsen kan voor groot belang zijn tegen Fiorentina. Maar goed, Skoras heeft het de laatste tijd ook niet slecht gedaan…”
Cools: “In Fiorentina vond ik ‘m toch minder, Jan.”
Leekens: “Op links zal Jutglà wel spelen.”
Cools: “Tegen Antwerp heeft hij geen minuten gemaakt.”
Staelens: “Net daarom, Julien. Ik vermoed dat Hayen hem gespaard heeft voor woensdag.”
Leekens: “Thiago heeft precies nooit rust nodig. Wat een beest is me dat, zeg. Ik hoop dat hij er nog eentje binnen lapt.”
Ceulemans: “Doen wij hetzelfde? Wacht, ik roep een garçon.”
Cools: “Ik zou graag nog een crème’ke eten, mannen. Met slagroom. (klopt op zijn buik en lacht) Bij mij mogen er wel nog een paar kilo’s bij.”
Milan is een dure les met omkadering en vooral geduld aan het leren, Atalanta heeft 20m aankoopoptie op De Ketelaere, gaan die optie zeker lichten maar na zo'n seizoen in Italië is die jongen wel iets meer dan 20m waard Dit is om zot te worden als Milan fan, club geeft 36m voor een talent, je ziet zijn overgangsperiode, het volgende jaar gaat hij weer weg voor 20 miljoen en speelt hij fantastisch.
Vergas Ronald schreef: ↑14 mei 2024, 19:47
Milan is een dure les met omkadering en vooral geduld aan het leren, Atalanta heeft 20m aankoopoptie op De Ketelaere, gaan die optie zeker lichten maar na zo'n seizoen in Italië is die jongen wel iets meer dan 20m waard Dit is om zot te worden als Milan fan, club geeft 36m voor een talent, je ziet zijn overgangsperiode, het volgende jaar gaat hij weer weg voor 20 miljoen en speelt hij fantastisch.